top of page

Opdracht Duurzaam 

​

Inleiding

Deze week strijden jullie om de Barlaeus Duurzaamheidsprijs 2023. Tijdens deze week bedenken jullie zelf een duurzaam idee en gaan jullie dit uitwerken door middel van onderzoek, workshops en expertmeetings. We openen de week op dinsdagochtend met een gezamenlijke bijeenkomst in de gymzaal. Daarna volg je op school twee workshops om met je groepje tot een duurzaam idee te komen. Daarnaast krijg je hulp van je inspirator. Dat is een oud-leerling die jullie groep gedurende de week helpt. Kijk goed bij het programma op deze website waar je moet zijn gedurende deze week.

​

Het idee

Een duurzaam idee voldoet aan de volgende beschrijving: een duurzaam idee levert een bijdrage aan een betere leefwereld voor mensen, dieren en/of planten; nu en in de toekomst; hier en op andere plaatsen op de Aarde.

​

Het projectplan

 

Op dinsdag 11 juli begin je met het schrijven van een concept projectplan. Deze lever je voor 14:30 uur in via de link op de website. Woensdag krijg je het concept projectplan met feedback terug. Samen met jullie inspirator bespreken jullie wat er kan worden verbeterd en maken jullie een definitief projectplan. Het definitieve projectplan lever je op donderdag 13:30 uur in via onderstaande link

​

​

​

​

​

​
Wat staat er in je concept projectplan?

​

1.     Wat is jullie idee?
Beschrijf je idee in maximaal 50 woorden.
​
2.     Wat zijn jullie onderzoeksvragen?

Om je idee goed uit te werken moet je het van verschillende dimensies bekijken: technisch, economisch, sociaal-maatschappelijk en ecologisch. Bij elk aspect van deze vier aspecten verzin je minimaal één en maximaal drie vragen.

 

  • Technisch: Veel van de duurzame ideeën zijn hebben technische aspecten. Je moet hierbij bijvoorbeeld denken aan vragen als hoe wordt het gemaakt, hoeveel energie er bij het productieproces wordt gebruikt en welke (duurzame) materialen je het best kan gebruiken?

  • Ecologisch: Deze vragen zijn gericht op de impact van jullie idee op de mate van vervuiling en/of biodiversiteit. In hoeverre wordt de uitstoot van broeikasgassen en andere schadelijke stoffen vermindert? 

  • Sociaal-maatschappelijk: Deze vragen zijn gericht op de impact op de maatschappij. Wat vinden mensen van dit idee? Profiteert iedereen er van als dit idee wordt uitgevoerd? Leidt jullie idee tot weerstand bij groepen mensen?

  • Economie: De onderzoeksvragen zijn er op gericht hoe het duurzame idee economisch haalbaar kan worden. Hoe kunnen jullie investeringen aantrekken? Hoe zit het met subsidies?

​

3.     Wie neemt welke rol op zich?

In elke groep worden 5 rollen verdeeld. Dit betekent dat er in je groep steeds 1 of 2 leerlingen verantwoordelijk zijn voor een rol. Er kan worden gekozen uit de volgende rollen :

 

  • Techniek: Je bent verantwoordelijk voor het onderzoeken en beantwoorden van de technische onderzoeksvragen.

  • Ecologie: Je bent verantwoordelijk voor het onderzoeken en beantwoorden van de ecologische onderzoeksvragen.

  • Sociaal-maatschappelijk: Je bent verantwoordelijk voor het onderzoeken en beantwoorden van de sociaal-maatschappelijke onderzoeksvragen.

  • Economie: Je bent verantwoordelijk voor het onderzoeken en beantwoorden van de economische onderzoeksvragen.

  • PR: Je bent verantwoordelijk voor het verwerven van publiciteit en de elevatorpitch (1 leerling).

​

4.    Opbrengst inspiratie workshop

Schrijf de opbrengst van de inspiratie workshop in het concept projectplan.

​

5.    Excursie

Kies uit welke twee excursies het meest relevant zijn voor jullie duurzame idee. De excursies vind je wederom op de website. Natuurlijk proberen wij iedereen op één van de twee gekozen workshops te krijgen maar er is niet altijd genoeg ruimte. Aan het eind van de middag krijgen jullie te horen bij welke excursie jullie zijn ingedeeld.

​

6.    Hulpvraag

Willen jullie een scheikundig experiment doen, een model bouwen, een maquette bouwen, iets programmeren of iets soortgelijks voor jullie duurzame idee? Op donderdagochtend krijgen jullie de ruimte om dit te kunnen doen. Geef alvast aan wat jullie willen doen en waarom. Dan gaan wij kijken wat er mogelijk is en wie jullie hiermee op weg kan helpen.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Wat staat er in je definitieve projectplan?

​

Je verbetert het concept projectplan aan de hand van de ontvangen feedback. Daarnaast breid je het concept projectplan uit met de volgende stappen:

​

7.     Hoe ga je je onderzoeksvragen beantwoorden?

De vragen die je hebt over de verschillende aspecten van je idee ga je proberen te beantwoorden aan de hand van onderzoekjes, expertmeetings of excursies. Geef in je onderzoeksplan bij elke vraag aan hoe je het antwoord op die vraag kan vinden.

  • Onderzoek: Vaak zul je zelf een onderzoekje uit moeten voeren. Je gaat dan bijvoorbeeld mensen op straat vragen wat ze van je idee vinden, je gaat berekenen hoeveel je idee gaat kosten of je doet een practicum.

  • Experts: Het kan soms ook handig zijn met mensen te praten om antwoord op je vragen te vinden. Je bent ingedeeld om met een aantal experts te praten tijdens de expertmeetings op dinsdag en woensdagmiddag (de indeling staat op deze website). Schakel de experts in om je onderzoeksvragen te beantwoorden.

  • Excursies: Je gaat in de projectweek al op twee excursies. Soms kan het zinvol zijn op nog een excursie te gaan om een vraag te beantwoorden. Je moet deze dan zelf organiseren.

 
8.     Wat zijn je eindproducten?

Je moet een aantal eindproducten maken. Op de vrijdagmiddag in de projectweek is er een markt waar je je eindproducten laat zien aan de jury, ouders, docenten en medeleerlingen. Elk groepje moet een verslag maken. In je verslag vertel je wat je idee is, wat je onderzoeksvragen zijn, hoe je je onderzoeksvragen hebt beantwoord en wat het antwoord is op je onderzoeksvragen. Daarnaast moet ook één iemand uit de groep een elevatorpitch houden. Ten slotte kies je nog een twee andere eindproducten (maquette, poster, film, technisch ontwerp, website, folder, etc.).

 

  • Eindproduct 1: Elevatorpitch. Rol van PR is eindverantwoordelijk.

  • Eindproduct 2: Verslag. Welke twee á drie leerlingen zijn hier eindverantwoordelijk voor? 

  • Eindproduct 3: Welk ander eindproduct gaan jullie maken? Welke twee á drie leerlingen zijn hier eindverantwoordelijk voor?

  • Eindproduct 4: Welk ander eindproduct gaan jullie maken? Welke twee á drie leerlingen zijn hier eindverantwoordelijk voor?

 
9.     Wat is de planning?

In de planning houd je bij wat jullie elke dag doen om de eindproducten te realiseren. Dat doe je met het Kanban bord dat in je lokaal aan de muur hangt. Schrijf bij een taak op een post-it, welk groepslid het gaat doen en wanneer het af moet zijn. Bij de besprekingen met je inspirator neem je door wat er wel en niet af is en hoe jullie verder gaan.

Plak de Kanban en de post-its in je lokaal op de muur. Maak tussendoor een aantal keer foto's van het overzicht en lever deze in bij het definitieve onderzoeksplan.

bottom of page